Soms lijken zaken op het eerste oog zo vanzelfsprekend. Een huurder heeft het gehuurde ontruimd, heeft de sleutels ingeleverd en is vertrokken. Dan ben je als huurder klaar, toch? Niets is minder waar. Het heeft er allemaal mee te maken of de huurovereenkomst wel rechtsgeldig is beëindigd. Als een huurder dat cruciale punt over het hoofd ziet, lopen huurbetalingsverplichtingen mogelijk gewoon door.
In een recent vonnis van de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg 15 november 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:11053 werd weer eens duidelijk dat het enkel inleveren van sleutels niet voldoende is om een einde te maken aan de huurovereenkomst. Huurovereenkomsten kunnen uitsluitend eindigen door:
- Einde termijn van een tijdelijke huurovereenkomst;
- Opzegging door huurder of verhuurder;
- Beëindiging met wederzijds goedvinden;
- Ontbinding door de rechter.
In de kwestie bij de Rechtbank Limburg had de huurder de sleutels (naar eigen zeggen) eind mei 2017 bij de verhuurder ingeleverd. Daarvoor was al een behoorlijke huurachterstand ontstaan. Het is niet ondenkbaar dat deze huurder na diverse sommaties over de huurachterstand eieren voor zijn geld koos en overal vanaf wilde. De ‘grote-stappen-snel-thuis’ actie van de huurder blijkt behoorlijk kostbaar. Het ‘vergeten’ van een opzegging of het ‘vergeten’ de verhuurder schriftelijk te laten instemmen met een eerdere beëindiging komt deze huurder duur te staan.
De verhuurder liet het er niet bij zitten. Er moest toch geprocedeerd worden over de achterstallige huurpenningen, waarom dan niet meteen meenemen dat de huurovereenkomst nog niet was beëindigd? Het levert de verhuurder hier ruim 6 maanden extra huur op. Nou ja, in ieder geval op papier. Het zal vast nog een hele kluif worden om de veroordeling tot het betalen daadwerkelijk op de bankrekening van de verhuurder bijgeschreven te krijgen…